Heeft het nog zin gps-toestellen te kopen?

Ze zijn dunner, slimmer en betaalbaarder dan ooit, maar heeft het nog zin een gps-toestel te kopen nu je net zo goed met je smartphone op je bestemming raakt?

Een gps-toestel scoort hoog in het lijstje ‘dingen waarvan ik niet weet hoe we ooit zonder konden’, samen met Google, mobiele telefoons en Nutellapannenkoeken. In het stenen tijdperk van satellietnavigatie – rond 2003 – betaalde je veel te veel voor een traag en onhandig toestel dat je misschien van punt A naar punt B kon brengen. Zolang je er maar niet aan dacht punt C te bezoeken, en er was al helemáál geen sprake van punt D en E.

Een decennium brengt gelukkig heel wat met zich mee. Tegenwoordig koop je een degelijke gps voor 100 à 200 euro. De vraag is echter: heeft het nog zin dat we een gps-toestel kopen?

Als je een smartphone hebt, is dat een goed argument voor het neen-kamp. Eigenaars van een Androidtoestel weten dat de Google Maps-app goede navigatietechnieken bevat, en vooral dat het niets kost. Het kan je zelfs helpen binnenshuis te navigeren – iets wat ik een gps-toestel wel eens wil zien doen.

Google Maps op iOS-toestellen is dan weer redelijk rudimentair, maar je vindt tal van apps die je iPhone of iPad in een gps-toestel omtoveren. Veel mensen houden het bijvoorbeeld bij MotionX GPS Drive, dat 99 cent kost. En je hebt je telefoon altijd bij je, dus het maakt niet uit of je thuis bent, of in de auto, of waar dan ook. Je hebt altijd gps. Apps als Google Maps en MotionX bieden bovendien steeds recente kaarten en gratis verkeersdata, zodat je de files kunt zien en je rit aan de omstandigheden kunt aanpassen.

Een telefoon maakt het overigens tig keer handiger als je wil interageren met POI’s, of point of interest – vooral als je ze wil bellen. Even op het scherm tikken en hop, je ziet of een bepaalde attractie open is. Of je reserveert bij een lokaal restaurant. Plus: omdat veel gps-apps gebruik maken van Google, heb je toegang tot de grootste en meest recente POI-database van de wereld.

Langs de andere kant zijn er ook wat negatieve kanten aan het gebruiken van je smartphone als gps-toestel. Ten eerste: tenzij je enkel stemnavigatie gebruikt, moet je een manier vinden om je telefoon op ooghoogte te monteren zodat je naar de kaart kunt kijken. Je vindt wel steunen en hulpstukken op het web, maar dat kost soms wat.

Ten tweede: stroom. Veel gps-apps zijn moordend voor de batterij van je telefoon. Als je dus langer dan een uur of twee onderweg zult zijn, koop dan een herlader voor in de auto. Het is dan wel maar een klein ongemak, maar het blijft een ongemak. En vergeet niet: terwijl je telefoon aan het dashboard vastgesnoerd is, is hij moeilijker te gebruiken als telefoon. Niet dat je zou mogen bellen of sms’en achter het stuur, maar wat als je als passagier de tijd wil doden met een spelletje Angry Birds of Temple Run?

Het kan misschien liggen aan het feit dat ik ben opgegroeid met een standalone-gps, maar als ik hulp nodig heb bij het bereiken van mijn bestemming, is dat het eerste dat ik vastneem. Ook al is mijn telefoon-met-kaarten-app de betere navigator.

En natuurlijk heeft niet iedereen een smartphone – op zich al geen mis te verstane aankoop. Er valt wat te zeggen over een eenmalige aankoop van een simpel gps-toestel, zonder bijkomende abonnementen en accesoires.

Wat vinden jullie? Wint de gps of de smartphone?