Achtergrond

PC-bouwgids: hoeveel kost een zelfgebouwde iMac Pro-concurrent?

De vraagprijs voor de nieuwe iMac Pro is niet mals. Apple claimt dat de prijs desalniettemin competitief is gezien de aanwezige hardware. We onderzoeken wat daarvan waar is.

Apple is weer met volle overtuiging aanwezig in het professionele segment met de nieuwe iMac Pro-reeks. De all-in-one-computer is met voorsprong de krachtigste die Apple ooit heeft geproduceerd, en daar betaal je voor. Apple heeft de gewoonte om een flinke premium te vragen voor doorgaans vrij banale hardware vergeleken met Windows-computers. Zeker voor gewone iMacs en MacBooks is dat het geval. Voor de iMac Pro claimt Apple echter dat je een gelijkaardig systeem niet voor dezelfde prijs manueel in elkaar kan vijzen. We kijken graag na wat daarvan aan is.

Voor onze analyse kiezen we een bijna-standaard iMac Pro met 32 GB DDR4-geheugen met foutcorrectie, een SSD van 1 TB voor opslag en een Radeon Pro Vega 56 met 8 GB HBM2-geheugen. Voor de cpu selecteren we een kleine upgrade tegenover de standaardconfiguratie: we opteren voor de Xeon W-2155 met tien rekenkernen. Die heeft een standaardkloksnelheid van 3,3 GHz maar draait in het iMac-chassis op 3 GHz. De cpu heeft 13,75 MB L3-cache. Deze iMac kost je inclusief randapparatuur en 5K IPS-display 6.459 euro.

Deze vergelijking dient als achtergrond bij de hardware in de iMac Pro. Een zelfgebouwd  Windows-systeem 100 procent vergelijken met de iMac Pro is onmogelijk gezien de all-in-one-vormfactor. We kiezen daarom voor een klassiek desktopsysteem.

Processor en moederbord

We beginnen met de processor en komen al meteen in de problemen. De Xeon W line-up van Intel ligt niet zomaar in de rekken. We worden al meteen gedwongen om een alternatief te kiezen uit de Core line-up. Dat is op zich geen probleem: de Core i9-7900X is vrijwel identiek aan de Xeon W: 10 cores, 3,3 GHz basiskloksnelheid en 13,75 MB L3-cache, gebakken met een 14 nm Skylake-architectuur. We betalen 940 euro voor deze processor.

De Core i9-7900X is dezelfde chip als de Xeon W die Apple gebruikt, maar dan zonder ECC-compatibiliteit.

Het bijhorend moederbord moet de FCLGA2066-socket ondersteunen. In dit segment van zelfbouwpc’s zetten fabrikanten in op enthousiastelingen en gamers, en dat zie je aan de selectie van compatibele bordjes. Ons oog valt op de MSI X299 Gaming Pro Carbon AC. Die heeft een brede waaier aan USB 3.0 en USB 3.1 Type A- en Type C-aansluitingen aan boord. Wifi zit ingebouwd en M.2-SSD’s worden ondersteund. We vinden het moederbord voor ongeveer 315 euro.

Ook voor de koeling zijn we gebonden aan de eerder zeldzame socket. De Cooler Master Hyper H412R is compatibel en volstaat voor deze build. Het component kost ongeveer 30 euro.

Opslag en geheugen

Over de opslag hoeven we niet lang na te denken. Een M.2 NVMe-SSD is een must en Samsungs Evo 960 1 TB M.2-schijf is zowat het beste product dat je in deze klasse kan krijgen. Goedkoop is hij niet: je betaalt 460 euro.

Voor het RAM-geheugen komen we opnieuw in de problemen. De processor die we kozen is in vrijwel alle opzichten identiek aan de Xeon W in de iMac, behalve één. Xeon cpu’s ondersteunen geheugen met ingebouwde foutcorrectie (eror correcting code of EEC). Voor het gros van de gebruikers is EEC z’n geld niet waard, maar in specifieke gevallen waar je workstation mission critical workloads behandelt heeft het wel zijn voordeel. Twee setjes van 2 x 8 GB HyperX Fury 2666 MHz DDR4-geheugen kosten ons 376 euro. Daarvoor krijgen we vier RAM-latjes, waardoor we de quadchannel-capaciteiten van de chipset kunnen benutten. Dat doet Apple met zijn iMac ook.

De grafische kaart kiezen is eenvoudig. Een Radeon RX Vega 56-kaart met 8 GB HBM2-geheugen kan je zo in de winkel kopen. We kiezen voor een exemplaar van Gigabyte, dat voor 575 euro over de toonbank gaat.

Stroom en behuizing

Om het geheel van stroom te voorzien hebben we een best krachtige voeding nodig. We mikken op wat marge met de be quiet! Straight Power 10, die 800 watt kan voorzien. De voeding kost 150 euro.

Met het binnenwerk op orde rest ons nog de aanschaf van een case. Omdat de vergelijking met een iMac Pro hier niet opgaat, zijn we vrij in onze keuze. We houden van de be quiet! Dark Base 900-behuizing, die met 220 euro best betaalbaar is. De hoogwaardige case biedt desalniettemin plaats aan krachtige hardware met een stevige koeloplossing. Bovendien is de airflow in de kist fantastisch, zijn er heel veel uitbreidingsmogelijkheden en zit er bovenaan een Qi-lader ingebouwd om je iPhone X op te laden, iets dat de iMac Pro niet kan zeggen.

Het is niet omdat onze build in een desktoptoren zit, dan het resultaat er niet leuk mag uitzien. We kiezen daarom een stoere maar desalniettemin relatief sobere behuizing.

Onze computerbak is nu klaar, maar een bak alleen is niet voldoende om te concurreren met een iMac Pro. We missen nog hoogwaardige randapparatuur om de functionaliteit van Apples computer te evenaren.

Randapparatuur

De grootste uitdaging is de 5K-monitor. Waar 4K al min of meer ingeburgerd is, kiest Apple met zijn 5K-display voor een excentrieke resolutie. Er zijn nauwelijks 5K-schermen op de markt omdat de niet-standaard resolutie eigenlijk weinig meerwaarde biedt. Vorig jaar lanceerden merken als Dell, Philips en HP enkele 5K-monitors, maar die zijn vandaag nauwelijks vindbaar en kregen geen refresh naar een moderner model. 5K is een gimmick waar Apple een patent op heeft. De enige afzonderlijk verkrijgbare monitor komt van LG en is beschikbaar in de winkel van Apple. LG maakt ook het paneel van de iMac Pro, en komt daarom aan voldoende volumes om het afzonderlijke scherm te fabriceren. Naar goede Apple-gewoonte is het echter niet compatibel met niet-Apple-producten, niet omwille van technische limitaties maar omwille van de aansluitingsmogelijkheden.

Apple is de enige die de 4K-conventie naast zich neerlegt met zijn 5K-display, waardoor we genoodzaakt zijn een scherm met een iets lagere resolutie te kiezen.

Hier moeten we dus plooien en een 4K-scherm kiezen. We gaan voor de BenQ PD3200U. Dat hoogwaardige 32 inch 4K-scherm is voor grafische professionals gemaakt, en heeft een erg uitgebreide en nauwkeurige kleurweergave. Het scherm glanst bovendien niet zodat je geen last hebt van reflecties, iets wat bij een iMac al eens voor frustratie zorgt. We vinden het display in de winkel voor 900 euro.

De webcam van de iMac vervangen we door de Logitech C923e Webcam, die beeld in dezelfde 1080p-resolutie registreert. Je betaalt hier 110 euro voor. We besparen verder niet op toetsenbord en muis. Het draadloze Microsoft Surface Keyboard moet niet onderdoen voor dat van Apple en kost 110 euro. Voor 100 euro koop je de Logitech MX Master 2S-muis. Een setje luidsprekers met subwoofer kost ons tot slot 35 euro als we voor de Logitech Z213 kiezen.

De hardware is gekozen, maar de software is nog niet betaald. Aangezien we deze pc zelf in elkaar zetten, missen we nog een besturingssysteem. Om te concurreren met de iMac Pro moeten we voor Windows 10 Pro gaan. Een licentie kost 259 euro.

Vergelijking

Met bovenstaande heb je een Windows-systeem dat evenwaardig is aan de iMac Pro. Er zijn natuurlijk belangrijke verschillen. Onze configuratie is hoegenaamd geen all-in-one. Bovendien is onze schermresolutie iets lager. Daar staat tegenover dat het BenQ-scherm groter is. Op papier is de Windows-computer bovendien krachtiger, aangezien de goed gekoelde processor een turbokloksnelheid van 4,3 GHz gemakkelijk kan handhaven. Dat is 1,3 GHz meer dan de Xeon W in de iMac Pro. WIe wil renderen met zijn machine, zal dat verschil heel duidelijk ervaren.

Tot slot kan Apple uitpakken met een geoptimaliseerd besturingssysteem. Enkele extra chips in de iMac zorgen er voor dat macOS voor bijvoorbeeld geluid de processor niet hoeft te belasten. Aangezien onze cpu op een hogere kloksnelheid draait, zal dat echter weinig verschil geven.

Hoeveel moet je nu betalen voor een iMac Pro-equivalent op Windows? We zetten de componenten en hun prijzen – zoals we ze op moment van dit schrijven vonden bij een gespecialiseerde webwinkel – nog eens op een rijtje.

  • Intel Core i9-7900X – 940 euro
  • MSI X299 Gaming Pro Carbon AC – 315 euro
  • Cooler Master Hyper H412R – 30 euro
  • Samsung 960 Evo 1 TB M.2 – 460 euro
  • 2 x 8 GB HyperX Fury 2666 MHz GDDR 4 (x2) –  376 euro
  • Gigabyte Radeon RX Vega 56 8 GB – 575 euro
  • Be Quit Straight Power 10 800W CM – 150 euro
  • Be Quit Dark Base Pro 900 – 220
  • BenQ PD3200U – 900 euro
  • Logitech C295e – 110 euro
  • Microsoft Surface Keyboard – 110 euro
  • Logitech Mx Master 2s – 100 euro
  • Logitech Z213 – 35 euro
  • Microsoft Windows 10 Pro- 259 euro

Het totale kostenplaatje: 4.580 euro. Dat is bijna 2.000 euro goedkoper dan de iMac Pro met zijn prijskaartje van 6.459 euro. Die meerprijs kan je verklaren door de all-in-one-vormfactor, maar blijft toch pittig. Naar onze mening rekent Apple toch nog steeds flink door voor het Apple-logo op het toestel. Het prijsverschil wordt absurder naarmate je de iMac met geavanceerdere onderdelen configureert. Kies je bijvoorbeeld voor 64 GB RAM, dan gaat de prijs van het toestel met 960 euro de hoogte in. De meerprijs voor onze Windows-configuratie is slechts 376 euro. Hetzelfde geldt voor de processor. Een upgrade naar de Xeon W–2195 met zijn 18 rekenkernen verhoogt de prijs met maar liefst 1.920 euro. Kiezen we voor de vergelijkbare Intel Core i9-7980XE, dan gaat de totaalprijs met ‘slechts’ 1.000 euro omhoog.

Doel van deze vergelijking is niet om aan te geven dat een iMac Pro een goede dan wel een slechte investering is vergeleken met een Windows-systeem. We willen je eerder een beeld geven van de hardware die je koopt, en het geld dat die los waard is. Hoeveel je verder wil besteden aan de vormfactor en het besturingsssysteem van je computer, laten we aan jou over.

Gerelateerde artikelen

Volg ons

69% korting + 3 maanden gratis

69% korting + 3 maanden gratis

Bezoek NordVPN

Business