Europese Unie wil sociale media aanmanen zelf haatberichten op te sporen
Europa wil een eenduidige strategie ontwikkelen voor de aanpak van haatberichten, kindermishandeling, terrorisme en andere illegale content op sociale media. Momenteel verschilt de aanpak van land tot land en dienst tot dienst. Overkoepelende wetgeving moet de strijd tegen illegale posts een duidelijk kader geven. Dat weet Reuters, dat een vroege versie van een beleidsnota van de Europese Commissie kon inkijken.
Die maakt zich zorgen om de grote verscheidenheid in strategieën tegenover de verwijdering van illegale content. Soms kan dat geen kwaad, maar in de praktijk merkt de commissie een te trage responstijd wanneer het er volgens haar echt toe doet, bijvoorbeeld bij het aanzetten tot terrorisme, kinderporno of copyrightschendingen. De individuele aanpak van landen kan bovendien te veel naar de andere kant van het spectrum doorslaan. Zo introduceerde Duitsland vorige maand wetgeving waarbij het land sociale mediadiensten een boete van 50 miljoen euro kan opleggen wanneer ze haatposts niet snel genoeg verwijderen.
Spreidstand
Sociale media zoals Facebook, Google en Twitter zijn langs de ene kant niet verantwoordelijk voor de onzin die jij en ik online plaatsen. Langs de andere kant is het wel hun job om schadelijke berichten te verwijderen. Die spreidstand zorgt al te vaak voor een te trage reactie van de diensten zelf.
De Europese Commissie denkt aan de implementatie van het principe van de goede Samaritaan. Daarbij moeten sociale mediaproviders zelf op zoek gaan naar posts die indruisen tegen de Europese wetgeving maar zonder resultaatverbintenis. Een duidelijk actief engagement om dergelijke berichten op te sporen is dan verplicht, maar wanneer er toch één door de mazen van het net glipt, kijkt een dienst niet meteen tegen monsterboetes aan. Het aanmoedigen van een proactieve aanpak van de diensten moet het probleem deels verhelpen zonder dat Facebook of Twitter bang moeten zijn voor zware represailles wanneer iemand hun diensten toch misbruikt.
YouTube, Microsoft, Facebook en Twitter maakten eerder al het engagement om binnen de 24 uur tegemoet te komen aan de vraag om content te verwijderen afkomstig van een overheid, maar de commissie vindt dat er nog werk aan de winkel is. Vermoedelijk komt het voorstel voor de nieuwe richtlijn in mei al ter sprake.
